donderdag 25 mei 2023

Een wandeling in het park

Een nieuwe lente en hetzelfde geluid. Dit aangepast vers van Herman Gorter vat goed de gortige situatie samen die de bezoekers van het Antwerpse park Den Brandt moesten ondergaan vorig weekend, tijdens de eerste zonnige zondag van de nieuwe lente. Hoewel zij naar het mooie park waren gekomen voor de rust van een groene omgeving, werden zijn voor een groot deel van de namiddag geteisterd door het hels lawaai van trommels en vrouwengegil, afkomstig van Marokkaanse feestvierders. Er was geen ontsnappen aan: de geluidsoverlast drong zelfs door tot de verste uithoek van het park waar David verstoord stond te kijken, zijn katapult machteloos in de rechterhand.

 

Het was niet duidelijk waarover men zich het meest moest verbazen: de gelatenheid waarmee de parkbezoekers de oorverdovende heisa ondergingen, dan wel de vanzelfsprekendheid waarmee de trouwpartij zich de publieke ruimte toe-eigende, zonder enige consideratie voor de rustige mensen (ook met kinderen) in het gras. Het bruggetje over de gracht werd over de hele breedte langdurig bezet voor foto’s, zodat wandelaars niet door konden. En ongeoefend oog zou kunnen afleiden dat het allochtone gezelschap het park had afgehuurd en andere bezoekers had toegelaten.

 

FEEST IN HET PARK

 

Deze lawaaioverlast kan natuurlijk worden weggewuifd als tijdelijk en anekdotisch. Sommige mensen zijn nu eenmaal uitgelatener en maken meer lawaai dan andere. Leven en laten leven, nietwaar. En vermits het hier gaat over allochtonen kan elk protest tegen hun asociaal gedrag gemakkelijk worden veroordeeld als multiculturele intolerantie in een intentieproces dat abstractie maakt van de concrete realiteit. Want ervaringsdeskundigen van het park herkennen het ritueel dat ze al vele malen hebben gezien tijdens de weekends in de lente- en zomermaanden: de colonne luid claxonnerende luxewagens, het halthouden op openbare weg en voetpad, de dreigende agressie tegen wie daarover een opmerking durft maken (uit het leven gegrepen), de invasie van park en het kabaal van de talrijke feestelingen.

 

Eerder dan te dienen als argument in een polariserend discours zou deze ‘anekdote’ aanleiding moeten zijn om na te denken over het beheer van de openbare ruimtes, a fortiori in een stad met 530.000 inwoners. De centraal gelegen parken van Antwerpen samen hebben een oppervlakte van 136 ha. Dit betekent 2,6 m2 park per inwoner. Een absurde berekening natuurlijk, maar ze geeft goed aan hoe schaars de groene ruimtes zijn. Toch zijn ze vrij toegankelijk, vanuit de veronderstelling dat de parkliefhebbers zich in de stedelijke natuur laten opnemen, i.p.v. er zelf agressief bezit van te willen nemen. Dit impliceert consideratie voor flora en fauna, respect voor de medebezoekers en instandhouding van de netheid en rust die men met een park associeert. Kortom: een sociale houding en elementaire burgerzin. Een vanzelfsprekendheid voor de meerderheid van de bezoekers. Maar niet voor iedereen.

 

Wie gaat wandelen in buitenlandse parken wordt telkens getroffen door de algemene sfeer van sereniteit die er heerst. Het Parc Buttes-Chaumont in Parijs, de Jardin Massey in Tarbes, Hyde Park in Londen, de University Parks in Oxford of het prachtige Parque del Buen Retiro in Madrid: het zijn uitgestrekte oases van rust waar het gedruis van de omringende (groot)stad, hoewel dichtbij, nauwelijks hoorbaar is. Niemand maakt er kabaal, en mocht er al iemand de neiging daartoe vertonen, dan zou hij dadelijk worden ingetoomd door de sociale controle van andere parkliefhebbers, of door de discreet aanwezige ordehandhavers. Parken zijn er wat ze moeten zijn: natuurlijke vluchtheuvels waar het goed toeven is, niet het minst dank zij het sociale gedrag van de bezoekers.

 

RECREATIEZONE

 

Hoe anders is het in onze parken, waar passanten vuile pizzadozen, lege flesjes en ander afval achterlaten, groepjes jongeren de stilte verjagen met hun dreunende bluetooth luidsprekers en allochtone feestvierders de ruimte monopoliseren met hun kabaal. Tegen dergelijke vormen van asociaal gedrag moet de overheid optreden, maar die geeft niet thuis. Integendeel, door een slimme woordkeuze probeert zij de perceptie van de groene ruimtes te wijzigen en inherente laksheid te verbloemen als breeddenkende tolerantie. Zo sprak de Antwerpse burgervader in zijn mail ter zake niet één keer over het ‘park’, maar wel over een ‘recreatiezone’ waar bezoekers zich ‘ongestoord’ kunnen ontspannen. Het volstaat om het park te herbenoemen als multifunctionele ruimte om het begrip ‘sociaal gedrag’ te verbreden en de houding van laissez-faire te verantwoorden. Het park is immers ook de plaats van zgn. ‘feestlocaties’, zoals Jazz Middelheim, dat tijdens een groot deel van de zomer de rust verjaagt. Geen alleenstaand geval overigens, zoals de recente klachten over geluidsoverlast in het Brusselse Groentheater illustreren. Of de opvallende mildheid tegenover de allochtone feestvierders electoraal is geïnspireerd blijft een open vraag.

 

A WALK IN THE PARK

 

Het garanderen van stille groene ruimtes in dichtbevolkte stedelijke agglomeraties is in Vlaanderen geen prioriteit, hoewel de nood eraan hoog is. Nochtans is dit een bij uitstek Vlaamse, zelfs lokale bevoegdheid. En wat we zelf doen, doen we beter. Zoals in zo vele andere materies schiet de indolente overheid echter pas in actie wanneer gemediatiseerd protest haar imago bedreigt. Maar zo’n veralgemeend protest tegen de (geluids)overlast in de groene ruimtes zal er nooit komen. Wie ermee wordt geconfronteerd ondergaat ze, of blijft er weg. Ondertussen worden luidruchtige feestvierders en andere asociale bezoekers ongemoeid gelaten. Als de kat van huis is.

 

Met het aanbreken van het warme seizoen zullen de schaarse stedelijke groene ruimtes weer massaal worden gebruikt als gemeenschappelijke tuin door parkliefhebbers die er zelf geen hebben. Vooral op de vrije dagen is de toeloop aanzienlijk en vergroot het gevaar op asociaal gedrag. Maar het park is van iedereen. Het is daarom essentieel dat de orde wordt gehandhaafd, asociaal gedrag beteugeld en de rust gegarandeerd die eigen is aan een groene omgeving. Alleen dan zal een wandeling in het park ook ten volle betekenen wat ze voor de Engelsen vanzelfsprekend is: a walk in the park.


Henri Pelissier

Germanist, postgraduaat media- en informatiekunde